Skip links
korps

Rotterdam koestert zijn korps

Share

‘Zo wijd de wereld strekt’ is de wapenspreuk van het Korps Mariniers. De zeesoldaten zijn dan ook overal ter wereld inzetbaar. Als het om hun opleidingskazerne gaat, zijn de mariniers echter honkvast. Die staat al 208 jaar in Rotterdam. Tien jaar geleden leek daar een einde aan te komen. Aboutaleb stak daar een stokje voor. Daardoor is Rotterdam nog altijd de thuishaven van het dit jaar 360 jaar bestaande korps. 

Tekst: Erik Stroosma – Beeld: Daphne Krijgsman

Een marinier boos maken, lijkt nooit een goed idee. Wie de Van Ghentkazerne in Rotterdam bezoekt, doet er daarom verstandig aan om geen kwaad woord te spreken over Ahmed Aboutaleb. De oud-burgemeester staat hoog op een voetstuk bij de daar gelegerde mariniers. “Hij heeft er persoonlijk voor gezorgd dat wij nu nog in Rotterdam zitten”, zegt de commandant van de Van Ghentkazerne, kolonel der mariniers Jan ten Hove. “Overigens zullen we nooit iemand zomaar aanvliegen, hoor; zelfbeheersing is een van de belangrijkste ‘onderdelen’ van onze basisuitrusting. Maar dat wij burgemeester Aboutaleb eeuwig dankbaar zijn en als goede vriend van het korps zien, is absoluut een feit.” 

Innige historische band 

‘Rotterdam moet ‘zijn’ mariniers laten gaan’, kopte Het Parool in het najaar van 2013. ‘De innige historische band tussen Rotterdam en het Korps Mariniers wordt verbroken. Met het besluit van het kabinet om de Van Ghentkazerne te sluiten, moet het Korps Mariniers door bezuinigingen op Defensie gedwongen zijn eeuwenoude stek verlaten. De eenheid verbleef al sinds de 17e eeuw in Rotterdam’, schreef die krant verder onder meer in dat artikel. Ten Hove: “Dat was de tijd dat er fors bezuinigd werd op Defensie. Rotterdam en de mariniers horen bij elkaar. Wij wilden hier niet weg en Aboutaleb wilde ons niet kwijt. Hij heeft de telefoon gepakt en de toenmalige minister van Defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, gebeld. Het lukte hem niet om haar te overtuigen, want zij zat vast aan haar bezuinigingsopdracht. Hij bedacht toen een oplossing die ervoor zorgde dat de minister kon bezuinigen en wij toch hier konden blijven. Dat lukte door de gemeente, met handhaving en toezicht, en de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond medegebruiker te maken van de kazerne om zo de kosten te verlagen.” Rotterdam korps

Michiel de Ruyter 

Als dank voor zijn inspanningen werd Aboutaleb vorig jaar bij zijn afscheid benoemd tot honorair marinier, oftewel eremarinier. “Een uniek moment, want hij is de eerste burger die deze titel kreeg”, geeft Ten Hove aan. 

“In tien jaar tijd kan veel veranderen. De situatie is inmiddels volledig omgedraaid. Door de oplopende geopolitieke spanningen in de wereld wordt er niet meer bezuinigd op Defensie, maar fors geïnvesteerd. Gemeenten moeten het daarentegen vanaf volgend jaar met veel minder geld van het rijk doen. Misschien moeten wij straks de gemeente Rotterdam wel te hulp schieten met een creatief plan waarmee kosten kunnen worden bespaard. De band die wij met de stad hebben is heel sterk. De basis daarvan is al gelegd in de begintijd van ons 360 jaar bestaande korps. Op de schepen van korpsoprichter Michiel de Ruyter en andere vlootaanvoerders uit de zeventiende eeuw voeren Rotterdammers al als zeesoldaten mee. Op de werven in de stad werden schepen gebouwd waarop mariniers dienst deden. Zo had je hier bijvoorbeeld het tuighuis, de scheepswerf van de Rotterdamse admiraliteit. In 1817 werd dat gebouw aan het Oostplein tot marinierskazerne gemaakt. Zo werd Rotterdam officieel een mariniersstad.” 

Traditiekamer 

Die kazerne stond tegenover de plek op het Oostplein waar het Mariniersmonument staat. In de meidagen van 1940 werd dat gebouw bij de Duitse inval door brand verwoest. Het stond toen al op de nominatie om vervangen te worden door nieuwbouw. Ten Hove: “Daarmee waren ze in 1938 begonnen, hier op deze plek aan het Toepad (in de wijk De Esch, red.). In die tijd lag dit terrein aan de rand van de stad. Met eromheen alleen maar polderland. Dat is nu wel anders. De stad heeft ons bijna helemaal opgeslokt.” 

“Na de oorlog is de bouw van de kazerne weer opgepakt en in 1946 volgde de opening”, vertelt Ten Hove verder. “Wie Van Ghent was? Willem Joseph baron van Ghent tot Drakenburgh was de eerste commandant van het korps. In onze traditiekamer hangt zijn portret, samen met die van Michiel de Ruyter en raadpensionaris Johan de Witt. Alle drie speelden een belangrijke rol bij de oprichting van het Korps Mariniers. Loop maar mee, dan laat ik het zien. In de traditiekamer ligt ook ons vaandel. Die is oranje en vermeldt onze grootste wapenfeiten. Wist je trouwens dat de koning altijd dit vaandel groet als hij op Prinsjesdag uit de koets stapt voor de Troonrede?” 

Op herhaling 

Als je Ten Hove vragen stelt over het korps en de kazerne vuurt het ene salvo met wetenswaardigheden na het andere op je af. Zijn enthousiasme voor de mariniers, de Van Ghentkazerne én Rotterdam is heel groot. De 60-jarige kolonel is dan ook al 42 jaar marinier en is nu voor de tweede keer de commandant van de Rotterdamse marinierskazerne. “Ik ben de eerste die deze functie voor de tweede keer vervult. Bij het korps is dat niet gebruikelijk. Het kwam toevallig zo uit. Mijn taak bij het militair commando van de NAVO in Napels zat er net op toen mijn voorganger hier aangaf te willen stoppen. Eerder was ik van 2016 tot 2019 commandant van deze kazerne, dus ik hoefde niet ingewerkt te worden. Ik vond het een hele leuke post en wilde het graag nog eens doen. Vorig jaar zomer werd het commando aan mij overgedragen. Deze kazerne is het opleidingscentrum van het korps. We leiden nieuwe rekruten, onderofficieren en officieren op en verzorgen een aantal vervolgopleidingen. Op jaarbasis volgen rond de 500 mariniers een opleiding bij ons. De gemiddelde bezetting op de kazerne is ongeveer 250 mensen; rekruten, cursisten, instructeurs, militairen in ondersteunende functies en burgermedewerkers.” 

Verbondenheid, kracht en toewijding 

Zelf volgde Ten Hove zijn ‘Elementaire Militaire Vorming Mariniers’, de basisopleiding voor mariniers, niet op de Van Ghentkazerne, maar op de marinierskazerne in Doorn. De commandant woont ook niet in Rotterdam. Verre van. Zijn huis staat in een stad die aan de monding van de IJssel ligt. “Daardoor verblijf ik door de week op de kazerne. Die is ook helemaal ingesteld op het intern verblijf van rekruten, cursisten en anderen. Alle faciliteiten zijn daarvoor aanwezig. Dat ik niet in Rotterdam of omgeving woon, maakt mijn gevoel voor de stad niet kleiner. Dat gevoel delen we allemaal hier en zullen we ook laten zien tijdens de festiviteiten van ons 360-jarig bestaan. De kernwaarden van het korps, ‘verbondenheid, kracht en toewijding’, staan daarbij centraal. Verbondenheid met elkaar als wapenbroeders, maar zeker ook met onze omgeving. Om ook met de nieuwe generatie Rotterdammers verbinding te maken, bieden we in het kader van het jubileum een aantal jonge professionals van Rotterdamse bedrijven en organisaties een experience aan. Daarbij maken zij kennis met alle elementen van het korps. En nee, het wordt geen afmattende afvalrace, maar unieke, en naar ik hoop voor hen, onvergetelijk inkijk in het marinierschap en de verbondenheid van deze kazerne met de stad.” Rotterdam korps

Mannen van staal 

Door wat er allemaal speelt in de wereld en de transitie waarin de marine en het korps momenteel zitten, zijn de festiviteiten sober van aard. Op het programma staat onder meer de verschijning van een jubileumboek, een speciale editie op 14 mei van de Memorial Regatta op de Nieuwe Maas (jaarlijkse roeiwedstrijd voor sloepen) en een concert van de Marinierskapel, die zijn standplaats in Rotterdam-Zuid heeft, in het Nieuwe Luxor. Ten Hove: “Als cadeau krijgen wij van de Stichting QPO (Qua Patet Orbis, ‘Zo wijd de wereld strekt’; stichting van oud- en dienende mariniers, red.) een tweede grote muurschildering op de kazerne. Vanaf de openbare weg zal die goed te zien zijn. Bij het landingsvaartuig dat op die hoek staat, komt ook een kunstwerk, ‘Mannen van staal’. Acht uit staal gesneden mariniers die, als je er langs rijdt, net echt lijken.” 

Zwarte duivels 

‘Mannen van staal’ is een van de bijnamen van de mariniers. ‘Zwarte duivels’ is een ander. Die kregen de mariniers die in de meidagen van 1940 in Rotterdam hardnekkig en succesvol de Maasbruggen verdedigden. Een Duitse commandant noemde hen zo vanwege hun strijdlust en donkerblauwe uniformen. Bij het monument op het Oostplein, dat daaraan herinnert, wordt het jubileumjaar op 10 december (de oprichtingsdatum van het korps) afgesloten met een kranslegging. Aansluitend vindt een defilé plaats op de het water bij de nabijgelegen Maasbruggen.



Dit is een artikel uit Rotterdam Insight #16. Het volledige magazine is hier te lezen.