Herman Vaanvolt is een regelrechte bruggenbouwer. De Rotterdammer is een zeer succesvol ondernemer, maar zet zich ook met hart en ziel in voor de allerarmsten van Rotterdam én Afrika. “Toen ik voor Artsen Zonder Grenzen in Nigeria zat, heb ik al mijn aandelen Shell weggedaan.”
Je bent mede-eigenaar van ondermeer restaurant De Tuin van de Vier Windstreken en The Boathouse aan de Kralingse Plas. Je was de drijvende kracht achter Bavaria City Racing. En je organiseert al jaren benefietgala’s voor diverse goede doelen. Waar komt jouw ondernememingsdrift vandaan?
“Oh, dat zat er al vroeg in. Als kind raapte ik eikels van straat om wat geld te verdienen. Die eikels verzamelde ik en verkocht ze als varkensvoer aan boeren. Later, toen ik een jaar of 14 was, had ik mijn eerste echte baantje in een snackbar. Uit de beroepentest op school kwam ook dat ik een ondernemend jongetje was. Ik heb het harde werken wel van huis uit meegekregen. Mijn vader was melkboer en automonteur.
Mijn moeder was kleermaakster. Ze maakte bedrijfskleding. Naast hun banen zorgden mijn ouders bovendien voor jonge voetbaltalenten van FC Twente. We woonden in Enschede. Als FC Twente weer eens een jonge speler had gehaald, dan kwam ‘ie bij ons in het gezin wonen. Om ze een zachte landing te geven in hun nieuwe omgeving, zeg maar. Zo heb ik vijf voetballende pleegbroertjes gehad. Ferry Pirard was daar eentje van. Hij heeft later nog met FC Twente in de Europa Cup gespeeld. Ik ben dus echt opgegroeid met bedrijvigheid en actie om me heen. Misschien dat ik daarom al tijdens mijn studie mijn eerste zaak begon: een sollicitatie-adviesbureau. Met de verrassende naam Solad, haha.
Binnen de kortste keren hing de Twentse Courant aan de lijn. Ze vonden het wel heel bijzonder dat een knul van 20, die zelf nog studeerde, sollicitatie-adviezen gaf.”
Je hebt later je fortuin gemaakt met het telemarketingbedrijf Project Support. Niet lang nadat je dit bedrijf had verkocht, ging je ontwikkelingswerk doen in Afrika. Hoe is dat precies gegaan?
“Dat is een bijzonder verhaal. Toen ik mijn bedrijf had verkocht, liep ik een tijdje met vraagtekens rond. Ik was 36 en hoefde niet meer te werken. Bovendien was ik aan een extreem werkritme gewend. Ik kwam ’s ochtends als eerste op de zaak en ging ’s avonds als allerlaatste weg. Nu ik de zaak had verkocht, had ik opeens zeeën van tijd. Wat ging ik nu doen? Ik heb een passie voor mooie auto’s.
Op een dag stond ik met mijn net gekochte Porsche voor de Brienenoordbrug. Ik was op weg naar een vriend in Brussel. Ik was zo’n beetje de eerste auto in de file. Ik dacht: laat ik de auto eens flink op z’n staart trappen. Kijken wat ‘ie kan.
Er was ruimte voor, want toen de brug weer dicht ging, was de snelweg natuurlijk helemaal leeg. Het bleek een slecht idee. Ter hoogte van de Moerdijkbrug kwam ik plotseling in een tropische stortbui terecht. Op het wegdek lag een enorme plas water. Ik kwam in aquaplanning te recht en knalde vol in de vangrail. De auto was volledig total loss. Hij zat aan drie kanten in elkaar. Ik besefte heel goed dat ik gewoon enorm veel geluk had gehad. Dat was een moment van reflectie.
Na dat ongeluk dacht ik: ik ga me voorlopig eens nuttig maken voor de wereld. Niet veel later ben ik afgereisd naar Nigeria om in de Niger Delta, het voormalige Biafra, vrijwilligerswerk te gaan doen voor Artsen Zonder Grenzen. Daar is mijn wereldbeeld en ook mijn leven voorgoed veranderd.”
Vertel eens. Wat heb je daar gezien en meegemaakt?
“Heb je een uurtje? Het begon met de extreme armoede die ik er zag. Mensen met honger, die ’s ochtends niet weten of ze ’s avonds iets te eten hebben. Vooral het zien van al de straatarme kinderen met oedeembuikjes van te weinig en eenzijdig voedsel raakte me zo. Maar ik werd ook oprecht kwaad toen ik zag hoe de oliemaatschappijen over de ruggen van de lokale bevolking gigantisch veel geld verdienen. Ze maken hun vermogen met medewerking van corrupte ministers en ambtenaren. De gewone bevolking wordt geen cent wijzer van alle dure olie die daar uit de grond wordt gehaald. Ze blijven wel achter met extreem vervuild water en een giftige bodem. Toen ik dit allemaal van dichtbij zag, heb ik meteen al mijn aandelen oliemaatschappijen verkocht. De Niger Delta was in drie woorden samen te vatten: uitbuiting, vervuiling en geweld…”
Heb je zelf ook geweld meegemaakt?
“Er waren elke dag aanslagen. We kregen als medewerkers van Artsen Zonder Grenzen duidelijke instructies waar we ons aan moesten houden. Zo mochten we bijvoorbeeld nooit in de buurt van een auto van oliemaatschappijen rijden. Dat was levensgevaarlijk. Gewapende bendes hebben het gemunt op de oliemaatschappijen. Maar ondanks ons goede werk, worden ook de medewerkers van Artsen Zonder Grenzen soms niet gespaard. Één van onze expat-teams in Yenegoa, Bayelsa in de Niger Delta werd in de compound van Artsen Zonder Grenzen overvallen. Onze mensen werden urenlang vastgebonden en gegijzeld. Gelukkig bleef het bij het jatten van alle spullen. Maar de angst zat er bij iedereen natuurlijk goed in. Het was mijn taak om de boel gerust te stellen. Echt, ik ben als een ander mens terug in Nederland gekomen.”
Je bent je met hart en ziel gaan inzetten voor de allerarmsten in Afrika. Je bent de welbekende KidsRights Benefietgala’s gaan organiseren.
“Ik heb een behoorlijk netwerk van zakenrelaties. Het voelde goed om dat te gaan zetten voor straatarme kinderen. Ik besefte wel dat we onze gasten van het gala, die een paar duizend euro voor een tafel hadden betaald om erbij te mogen zijn, een supershow moesten voorschotelen. Dus dat betekende optredens van bekende steengoede artiesten. Van Nederlandse artiesten, zoals Ramses Shaffy, Freek de Jonge en Wibi Soerjadi tot internationale toppers, zoals Earth, Wind & Fire, Cool and the Gang en de zangeres van Destiny’s Child. We hebben het zelfs eens voor elkaar gekregen om nobelprijs-winnaar en president van Zuid-Afrika De Klerk naar het gala te halen. Geweldig toch?
De mensen kregen een heerlijk avondje uit, met lekker eten, entertainment en dansen. Dan wilden ze vaak ook wel flink geld betalen voor de veilingitems. Hoeveel geld we door de jaren heen hebben opgehaald met de KidsRights Gala’s? Oefff, heel veel. We hebben eens op één avond 1,3 miljoen opgehaald. Met het geld zijn ondermeer scholen gebouwd in Afrika, hebben we aids-weeskinderen een thuis kunnen geven en hebben we wereldwijd duizenden gehandicapte kinderen kunnen helpen.”
Nu organiseer je weer gala’s, maar nu voor projecten in Rotterdam.
Hét Rotterdam Gala is ook weer zo’n groot succes. “Burgemeester Aboutaleb kwam eens naar me toe met de vraag of ik ook iets voor Rotterdam wilde doen. Er is in onze stad ook nog genoeg te doen. We zijn de armste stad van Nederland. Veel kinderen in wijken
als Rotterdam-Zuid, Delfshaven of Crooswijk groeien op in armoede. Dat vind ik schrijnend.
Samen met mijn compagnon Hendrik van der Wijck en Ahoy-directeur Jolanda Janssen hebben we de stichting Rotterdam Mooier Maken opgericht. We organiseren elk jaar een gala voor een goed doel in Rotterdam, dat wel een steuntje in de rug kan gebruiken.
Dit jaar ging de opbrengst naar het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam. Zij zijn het allerlaatste loket waar mensen terecht kunnen als ze in de serieuze penarie zitten. Zo had een meisje vreselijk pijn aan haar tanden, omdat haar beugel te klein is. De ouders hadden niet het geld om de tandartskosten te betalen. Dus bleef dat meisje rondlopen met die helse pijn. Dat is toch onacceptabel in zo’n rijk land als Nederland? En tijdens corona, toen de scholen gesloten waren en de kinderen online les kregen, hebben we met de stichting honderden tablets uitgedeeld. Veel kids in Rotterdam hadden vanwege geldgebrek geen computer, dus konden ze de online-lessen niet volgen. Ik ben heel blij dat we deze kinderen kunnen helpen.”
Je bent een echte bruggenbouwer. De ene dag dineer je met je goede vriend en oud-premier Balkenende, de andere dag zit je in Oeganda een bordje rijst te eten met straatkinderen. Sta je er wel eens bij stil hoe bijzonder dat is?
“Ach, weet je, ik leef in een wereldcommunity. Ik vind het mooi om mensen aan elkaar te knopen. Dat gebeurt eigenlijk ook in ons restaurant De Tuin. Daar komen ook mensen van allerlei pluimage. En inderdaad, het maakt mij niet uit of je de nobelprijs hebt gewonnen of dat je geen cent te makken hebt.
Iedereen is voor mij hetzelfde. Ik houd nooit een veer-in-mijn-reet-verhaal. What you see is what you get. Ik ben gewoon altijd mezelf: een nuchtere Tukker in Rotterdam. En dat ik door mijn manier van leven mensen in armoede kan helpen, vind ik heel fijn.”
En juist door jouw nuchterheid en eerlijkheid heb jij volgens mij de gunfactor. Ik bedoel: wie krijgt het nou voor elkaar om een vergunning te krijgen om met Formule 1-wagens door de binnenstad van Rotterdam te racen?
“Haha, ik zal dit maar nemen als een compliment. Ik ben er wel trots op, hoor, dat we tien jaar lang City Racing hebben kunnen houden. Max Verstappen reed zijn eerste meters in een Formule 1-auto bij ons in Rotterdam. Hij was nog maar een knulletje van 16. Dat is toch fantastisch? Wereldberoemde F1 coureurs als Fernando Alonso, Kimi Raikkonen, Nico Rosberg en Jarno Trulli maakten met hun wagens donuts op de Erasmusbrug. Die beelden
zijn de hele wereld over gegaan. Daar kan ik echt wel van genieten, hoor. Het houdt me als mens in balans. Aan de ene kant ben ik een levensgenieter en laat ik me alle leuke dingen in het leven welgevallen. Hierdoor ga ik niet kapot als ik ellende zie in de wereld. Ik blijf in evenwicht.”
Ik ben als vriend oprecht trots op jou! Heb je tot slot nog een droom?
“Ik wil dolgraag de grootste nachtclub van Nederland bouwen! Nee, niet in het echt, maar als decor van een volgend gala. Ik zie het helemaal voor me: een Moulin Rouge-achtige sfeer. Alles in donkerrood. Gewoon weer iedereen een geweldig avondje bezorgen én geld ophalen voor het goede doel. Trouwens San, ik zie op dat gala voor jou ook wel een taak weggelegd. Nee, niet als veilingmeester. Ik denk dat jij uitstekend de paaldans-act kunt doen…”
—
Dit is een artikel uit Rotterdam Insight #12. Het volledige magazine is hier te lezen.