Skip links
TOP

TOP!

Share

Cruisepassagiers in de watten leggen, drones laten snorren voor detailinspecties in de gas- en olie industrie, zorgen dat spartel verse vis van IJsland linea recta door kan: bedrijven in de Rotterdamse haven staan wereldwijd hun mannetje.

Claes de Groot
We hebben veel leuke vaste gasten die elk jaar of vaker meevaren

Claes de Groot is Manager Guest Services aan boord van de Rotterdam VII, het paradepaardje van de Holland America Line. “Je bent altijd bezig, never a dull moment…”

Het is vandaag ‘turnaround day’ op de Rotterdam VII die even terug is in de stad waar de Holland America Line groot is geworden. Het driehonderd meter lange cruiseschip van de HAL, die ligt afgemeerd aan de kade naast het voormalige hoofdkantoor, zwaait deze ochtend 2500 passagiers uit en ontvangt meteen daarna 2500 nieuwe gasten die de komende weken Scandinavië gaan ontdekken. “Het is even hectisch op zo’n dag maar het loopt gesmeerd,” zegt Claes de Groot, terwijl hij in de Cruise Terminal toezicht houdt op het gaan en komen van de passagiers.

Veertien jaar alweer vaart hij de wereld over op de verschillende cruiseschepen van de Holland America Line. “Mijn vader voer een aantal jaren op de Willem Ruys van de Rotterdamsche Lloyd. Dat waren altijd mooie verhalen. Ik denk dat daar het zaadje is geplant,” zegt hij met een glimlach. Claes opgegroeid in de regio Haarlem en deels op Curacao en Aruba, werkte in de internationale hotelwereld toen hij door de HAL werd gevraagd om aan boord van het bedrijf te komen. “Ik werd gescout wat best apart is. Ik begon als supervisor en sinds 2017 ben ik Manager Guest Services.”

Hectiek dus op zo’n zaterdag als vandaag. “Als we een paar uur in Nederland zijn, is er vaak ook veel familiebezoek voor de crew,” vertelt Claes. Bij de grote receptie in het schip is het nu nog even stilte voor de storm. De frontdesk is het domein van zijn 25-koppige team waar passagiers aankloppen met al hun vragen. “Zeker als het om een eerste cruise gaat – vandaag gaat dat om 1900 gasten – willen mensen van alles weten. Club Orange heeft hier overigens een eigen balie met VIP service. Wie dit boekt, heeft onder meer priority bij in- en uitchecken en in de terminal.”

GRAND DUTCH CAFÉ

Met circa 2700 passagiers en 950 man personeel is de Rotterdam VII een compleet dorp. Inclusief meerdere restaurants – van sushi en pizza tot Aziatisch -, bars, taxfree winkels, theater, een wellness met manicure en pedicure, een pool op het dek, de ‘Music walk’ voor livemuziek en een binnenzwembad met enorme recreatieruimte waar op het grote scherm de Grand Prix onder andere wordt uitgezonden. In totaal omvat de Rotterdam veertien etages waar het alle dagen druk is. “Kijk, hier tegenover de frontdesk, is het Grand Dutch café, zeer populair als we veel Nederlanders aan boord hebben. ’s Morgens een kopje koffie met een koekje, om vijf uur ‘s middags een borrel en na het eten weer koffie. Dat is een typisch Nederlands gebruik.”

Als Manager Guest Services is Claes in charge van alles wat onder het kopje immigratie en Guest Services valt. “Zorgen dat de gastenmanifesten geregeld zijn en alle visa correct, het schip wordt ingeklaard…. Als iets niet in orde is, mogen de passagiers of bemanningsleden helaas niet inschepen. En dat gebeurt. Iedereen is verplicht geldige reisbescheiden bij zich te hebben en voor Verenigd Koninkrijk is echt een visum nodig. En we moeten organiseren als iemand niet op tijd is. Vliegtuig gemist, trein gemist, vast in het verkeer, bestolen… Er zijn heel veel redenen waarom iemand er niet is.”

MEMORABEL

In geval van medische problemen, is Claes de man die de logistiek regelt als het wegens ziekte of een ongeval nodig is om iemand van boord te brengen. Iemand breekt weleens een been, of overlijdt. Dat brengt hem meteen bij zijn meest memorabele reis: “In 2013 overleed onderweg een passagier. Ik werd gevraagd om met de familie mee te gaan naar de wal om alles te regelen. Dan zit je opeens vijf dagen in Bangkok en moet je bijvoorbeeld een priester gaan vinden.” De tijd van COVID was eveneens een bijzondere. “Ik zat op de Oosterdam in Mexico. Opeens hoorden we: dit is de laatste reis. Ongeveer anderhalve maand bleven we ronddrijven met alleen het personeel nog aan boord. Toen wij als Nederlanders uiteindelijk via Mexico City naar huis werden gevlogen, kwamen we aan op een leeg Schiphol. Niemand wist hoe of wat. Ik heb een tijdje in een hotel in Zandvoort gewerkt tot we gelukkig weer mochten gaan varen maar het was een heel rare periode.”

VASTE GASTEN

Vanmiddag vaart de Rotterdam weer uit, nu richting Scandinavië. Na twee weken Noorwegen volgt de Noordkaap en aansluitend Engeland. Aan het eind van het seizoen nog twee weken naar de Baltic om op 12 oktober koers te zetten naar Amerika. Het is zijn leven, zegt Claes En hij vindt het heerlijk. Wat het zo leuk maakt? “De verschillende mensen en culturen. Mensen varen met ons, de Holland America Line, vanwege onze historie en onze naam. We hebben veel leuke vaste gasten die elk jaar of vaker meevaren. Sommigen zelfs elke maand. Een van onze zeer trouwe passagiers is overigens een hond die al vijfhonderd cruisedagen op haar naam heeft staan. We hebben een plakkaat van haar hangen.”

Om acht uur vanavond zit zijn shift van deze dag, die voor zeven uur was begonnen, erop. “Morgen slaap ik uit, wel tot kwart over zeven.” Nog een maand, daarna gaat Claes van zijn vakantie genieten om zich in augustus weer te melden. “Dan varen we naar het Caribisch gebied om volgend jaar weer terug te komen in Europa.”

Sirry Atladottir
Elke zondag containers vol verse vis uit ijsland

Elke vrijdag als de schepen vol verse vis vanuit IJsland onderweg zijn, is het D-day voor Sirry Atladottir, manager import bij logistiek dienstverlener Eimskip, en haar team. “Op zondag moeten de vrachtwagens op de kade in Rotterdam klaar staan zodat de vis meteen door kan.”

In de verte kunnen ze heel soms de eigen schepen zien aankomen. “Toen we nog aan de overkant van de Waalhaven gevestigd waren, werd er pal voor ons bedrijf afgemeerd. Nu gaan ze verderop,” zegt Sirry. Ze is al zo’n veertig jaar werkzaam voor het bedrijf dat in 1914 werd opgericht in haar thuisland IJsland. “Ik was jong, zocht een baan en werd aangenomen als secretaresse. In die functie kreeg ik er steeds meer logistieke taken bij te doen. Leuk, maar ik wilde op een gegeven moment verder kijken. Eimskip heeft meerdere vestigingen in het buitenland. Ik zei tegen mijn man: zullen we een tijdje elders gaan kijken? Mijn eerste keuze, Hamburg, werd niet gehonoreerd. Toen kwam Rotterdam. Na 36 jaar kan ik zeggen dat ik achteraf heel blij ben dat het deze stad is geworden.”

CODFISH

Ze is als manager verantwoordelijk voor de import waarvoor Eimskip veertien eigen schepen in de vaart heeft. “Alles wat met de boot hier binnenkomt, moet worden ingeklaard. IJsland hoort bij de Europese Unie maar is niet één van de lidstaten. Er komt veel verse vis deze kant op. Elke zondagavond brengen onze boten tientallen containers. Verse vis moet zo snel mogelijk door naar de plek van bestemming. Met vrachtwagens gaat het vanuit de Rotterdamse haven naar de grote markten van onder meer Boulogne-sur-Mer in Frankrijk, Bremerhaven in Duitsland en hier in Nederland naar Urk. Dat betekent dat we op vrijdagmiddag vijf uur alle papieren geregeld moeten hebben voor de aankomst op zondag. Een stresspunt, maar dat is wat werken in de logistiek leuk en uitdagend maakt.”

“Daarnaast is er ook andere lading aan boord die vanaf hier het Europese binnenland ingaat met verschillende vervoermiddelen. Wij hebben weleens een puzzel op te lossen voor buitenmaatse projectlading. Mij geeft het elke keer weer voldoening als het allemaal is gelukt.” De codfish van IJsland is overigens beroemd. “Cod is echt groot. Voor mediterrane landen als Portugal, Spanje en Italië is de wet salted vis, de nat gezouten, een delicatesse. De bacalhau is een bekend gerecht,” vertelt Sirry.

TRADITIES

Vanaf dag één voelde ze zich thuis in de stad aan de Nieuwe Maas met zijn stoere havens. Toen de twee jaar die ze had afgesproken met Eimskip erop zaten, vroeg ze om een extra twee jaar. “Nederlanders en IJslanders zijn niet eender maar komen wel heel dicht bij elkaar qua communiceren. Daarom voelde ik me snel thuis. En ik vond Rotterdam geweldig. Met al die nieuwbouw. Ik was er trots op om hier te mogen werken en leven. Wat wel anders is en waar ik aan heb moeten wennen, is dat Nederlanders meer van het plannen maken zijn. Voor visite maak je een afspraak, in IJsland kom je gewoon aanwaaien. Dat moesten we even leren, haha.”
Lange tijd keerden Sirry en haar man met hun twee kinderen huiswaarts voor de kerstdagen. “Alles draait om kerstavond en tradities. Vooral de kinderen vonden het erg gezellig om het feest daar te vieren. Maar home is waar je familie is en die is nu hier in Rotterdam met onze dochter en zoon.”

Feye de Zwart
We kunnen inzoomen op elk scheurtje

In 2014 behoorden ze tot de pioniers in de splinternieuwe drone business, anno 2024 is Dutch Drone Company de partner van wereldwijde bekende ondernemingen. Belangrijkste doel is het verzamelen en processen van data voor de klant. “Vliegen is twintig procent van wat we doen,” zegt oprichter Feye de Zwart.

In het Innovation Dock op de historische werf van de voormalige Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) bevindt zich de fine fleur van de dronewereld. Hier werken de specialisten van de Dutch Drone Company aan zeer geavanceerde toestellen die over de hele wereld worden ingezet. Dat kwam niet zonder vlag of stoot want toen Feye en zijn zakenpartner, een voormalig Boeing-piloot, het bedrijf startten was de drone een voor velen nieuwe onbekende hype.

Feye: “We wilden misschien een dronevliegschool opzetten, een project met studenten beginnen… Zo kwamen we op deze locatie uit.” Nu werken ze er dagelijks met tien man, specialisten in data en vliegen, en is uitbreiding welkom. “Ons werk is een combinatie van vliegen en nieuwe technieken. De drone is een tool om data in te winnen. Wat we van een dronepiloot vragen, is daarom heel divers. Je moet bijvoorbeeld je mannetje kunnen staan in de olie- en gasindustrie waar we veel werk verrichten.”

Inspectie van de onderkant van een brug of de Pier van Scheveningen, van installaties bij raffinaderijen, offshore, fabrieken: de drones van DDC maken hun vlieguren overal. Van sommige opdrachtgevers hebben ze wereldwijde accreditatie waardoor ze hun werk mogen doen op alle streng beveiligde locaties. Feye zegt het nog maar eens: “Er komt veel bij kijken. Piloten moeten officieel hun brevet halen, per type drone worden zij apart getraind en een x aantal vlieguren maken.”

QATAR

Inspecties doen per drone heeft grote voordelen, benadrukt hij. “Het is veilig, effectief en economisch. In plaats van dat je inspecteurs bovenop een installatie laat klimmen, stuur je de drone die digitale beelden kan maken van zelfs de kleinste scheurtjes. Hij komt bovendien op plekken waar je anders niet zo makkelijk komt. Met behulp van A.I. worden de HR-beelden geanalyseerd en ontstaat er in de computer een compleet rapport van issues en mogelijke issues waar de klant doorheen kan scrollen en kan inzoomen op elk detail.”

Die techniek zorgt ervoor dat de Dutch Drone Company gevraagd wordt voor grote projecten aan de andere kant van de wereld. Canada, Suriname, Qatar, Benelux, Scandinavië: de specialisten zijn onderweg of bijna onderweg. De inspectieopdracht in Qatar was by far het grootst tot nu. “We zijn met meerdere teams een paar maanden 24/7 bezig geweest om de fabriek helemaal in beeld te brengen. De benodigde materialen daarheen krijgen en de benodigde vergunningen regelen, dat was al een project op zich. . Dat is elke keer de uitdaging: hoe gaan we het voor elkaar boksen, ook met alle wetgeving en luchtverkeersregels. We hebben net van UK een vergunning voor het vliegen verkregen zodat we er offshore projecten kunnen opstarten. Er moet een aantal platformen worden verwijderd maar dat mag niet als zich vogelnesten aan boord bevinden. Die gaan we met inspectie opsnorren. Er liggen ook aanvragen uit Maleisië voor de offshore en zo breiden we steeds verder uit.”

EIGEN DATACENTER

Dichterbij huis worden hun drones ingezet voor een speciale missie in het Westland. Feye: “Elk voorjaar worden de kassen voorzien van een coating. Dat is arbeidsintensief en risicovol werk om ze te sproeien. We hebben een drone gebouwd die het werk overneemt.” De camera’s worden steeds groter en inventiever, de vliegtijd almaar langer. Van tien minuten de lucht in, gaat het nu al naar vijftig minuten. Het verwerken van al die beelden vraagt veel. DDC bouwde daarom maar zijn eigen datacenter om te kunnen processen. “Maar onze mooiste opdracht? Dat is denk ik onze medewerking aan de film ‘Holland – Natuur in de Delta’ geweest. ’s Morgens om vijf uur de Biesbosch in om met de drones prachtige opnames te maken.”

Dit is een artikel uit Rotterdam Insight #14. Het volledige magazine is hier te lezen.