Skip links
MVO

Hartstikke MVO…

Share

Ze zijn dagelijks in de weer met ‘hoe wat MVO’, ieder op zijn eigen terrein. Op bezoek bij de milieubewuste food-inkoper van Diergaarde Blijdorp, een universitaire Impact Researcher en de wervelwind van de Rotterdamse Uitdaging…

Tekst: Evelien Baks – Fotografie: Daphne Krijgsman

MVO Edwin Allen

Als food-inkoper is Edwin Allen mede verantwoordelijk voor alles wat er op het menu komt in de horeca van Diergaarde Blijdorp. Geen appeltje eitje, want dierenwelzijn en duurzaamheid voeren de boventoon en dat verhaal wil hij het liefst van de daken schreeuwen. ,,De basis van onze nieuwe Olifantastische Burger ligt in wat de dieren zelf eten.”

Edwin Allen is een man met een verhaal. Hij kwam in 2016 binnen als chef-kok – staat overigens nog steeds geregeld in de pannen te roeren -, werd daarna keukenmanager en zwaait sinds drie jaar de scepter als Assistent Operationeel Manager die de taak heeft de missie van Blijdorp als natuurherstelorganisatie te verweven in het Food & Beverage-aanbod. Die missie dus.

Dat predikt Edwin recht vanuit het hart. Hij heeft zich vastgebeten in uitvoering van de concepten uit het ambitieuze Masterplan dat Blijdorp een paar jaar geleden heeft aangenomen. Dat betekent aandacht voor duurzaamheid en daarom ook een milieubewust voedingsaanbod creëren voor de circa anderhalf miljoen bezoekers die elk jaar door de poort komen.

Wat dat inhoudt? ,,Van dierlijk naar meer plantaardig. We hebben een fantastische diergaarde met heel veel mooie dieren die we goed behandelen. We helpen bedreigde diersoorten overleven, zowel hier als met projecten in het buitenland. Dan ga je natuurlijk geen kiloknallers inkopen voor de keuken. Dat is geen lekkere combinatie,” zegt Edwin.

Kijk, de drie ‘P’s’ – Patat, Pizza, Pannenkoeken – die zullen er altijd als koek in blijven gaan, maar er is wel degelijk ook iets anders mogelijk, aldus Edwin. Als je kinderen namelijk vertelt wat sterke man Bokito gewend was op te peuzelen – ‘Boerenkool, paprika, broccoli!’ – kijk, dan maakt dat heus indruk. Ze maakten er in Blijdorp een serieus project van. Want als je kinderen enthousiast wilt maken, moet je ze betrekken. Edwin: ,,Tijdens de ZooCamps – onze traditionele overnachtingen in de diergaarde – ging ik weleens koken met de kinderen. ‘Wie is nou onze sterkste bewoner?’, vroeg ik hen. ‘Yes, Bokito! En wat eet hij? Nee, geen bananen, want dan krijgt ie een dikke kont! Ook geen vlees, onze sterkste bewoner eet groente en fruit.’ Ik zag ze denken. Toen dacht ik: ‘Hé, hier heb ik iets.”

Samen met de dierverzorgers ging Edwin om de tafel om het dieet van de apen onder de loep te nemen en parallellen te zoeken met wat wij, mensen, eten. Op basis daarvan werden gerechtjes samengesteld voor het nieuwe kindermenu. Een eerste pilot – zestig schoolkinderen – werd succesvol. Edwin: ,,Op het buffet stonden ook de minder gezonde snacks, maar bijna unaniem gingen ze voor de meer duurzame producten waarvan de gorilla’s supersterk worden.”

Diergaarde Blijdorp ging een samenwerking aan met Het Nieuwe Nassen, een Rotterdamse beweging om impactvoller te eten en wat tevens inkoopcollectief is. Er kwamen zes gerechtjes uit voort op basis van plantaardig, lokaal en op basis van het voedingspatroon van de inwoners van de diergaarde. Tijdens een tasting werd samen met het kinderpanel – zij hadden de laatste stem – de ‘Olifantastische burger’ uitgeroepen tot de lekkerste en vanaf september is deze dus te bestellen in de restaurants van Blijdorp als onderdeel van het nieuwe kindermenu. Edwin: ,,Het is een gezondere keuze op basis van havermout –in het eten van de olifanten zit haver, tarwe en stro – en groente. Erbij een smoothie met fruit. En wat heel mooi is: we zetten het menu bewust goedkoper in dan de minder gezonde variant. Normaal is duurzamer meestal duurder.”

Wat het betekent voor zijn inkoop? ,,Duurzaamheid wordt een harde eis. Als je het hebt over de inkoop van aardappels voor onze friet – 90.000 kilo, dat is een serieuze hoeveelheid – dan ga je afwegingen maken in verpakking en vervoer bijvoorbeeld. De ene aanbieder levert aan met elektrische auto’s, de ander doet dat niet maar heeft hele goede aardappels. Het is continu wikken en wegen om strategische partnerschappen aan te gaan. Producten inkopen uit Azië is uiteraard niet de gewenste optie. Gelukkig zijn er lokaal, in de directe omgeving, genoeg alternatieven voorhanden. Ook hier in de regio worden erwten verbouwd en doordat we samenwerken met het inkoperscollectief Het Nieuwe Nassen kunnen we die stappen zetten.”

Meer lokaal, duurzamer: het is de missie die Edwin samen met zijn collega’s, onder wie marketing-collega Sten Pijlman, vormgeeft. ,,Het RotterBammetje, een 100% plantaardig broodje van Het Nieuwe Nassen, staat op ons menu, we hebben als diergaarde een samenwerking met lokale bakker Koekela, voor brood kijken we naar de meest voedzame variant en zo breidt het zich langzaam uit. Als natuurherstelorganisatie hebben we één gezamenlijke boodschap en die is dat het echt anders kan én moet.”

********************************************************************************************************************

MVO Linda van der Windt

Linda van der Windt is de motivator, verbinder en manager van de Rotterdamse Uitdaging. Het doel: met gesloten beurzen zoveel mogelijk vraag en aanbod in deze stad bij elkaar brengen. ,,Iedere ondernemer kan íets doen. Helpen met transport, laptops, kerstpakketten et cetera. MVO, maar dan op z’n Rotterdams…”

Ze denkt dat het gewoon in haar zit, dat enthousiasme en het verbinden. Ze deed sales, runde een tijdje een uitzendbureau en sinds vier jaar is de Rotterdamse Uitdaging haar plek. ,,Ik heb een hartstikke goed leven maar als ik naar mijn stad kijk is er van alles aan de hand. Hoe kan ik daar een bijdrage aan leveren? Toen deze rol voorbijkwam, dacht ik: dit is leuk!”

Nu is ze met de Rotterdamse Uitdaging een soort van sociale makelaar, een bruggenbouwer tussen maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Matches vinden, haakjes zoeken, noemt ze het. Ofwel de vraag van stichtingen en verenigingen naar materialen – handjes, diensten, producten, kennis, tickets – linken aan ondernemers die willen bijdragen. ,,We bieden aan wat beschikbaar is, gaan op zoek naar waar behoefte aan is,” zegt ze.

Voor al die matches duikt Linda – met de herkenbare groen-witte sjaal van de Rotterdamse Uitdaging om de nek – Rotterdamse netwerken in. Zoals weten waar Abraham de mosterd haalt, die scherpe neus heeft ze. Ze activeerde bij aantreden haar eigen netwerk, enthousiasmeerde anderen om hetzelfde te doen en nu zit er achter de Rotterdamse Uitdaging al een hele community.

De Rotterdamse Uitdaging is één van de bijna dertig Uitdagingen in heel Nederland. Oprichter Gerda Geurtsen werd geïnspireerd door Angela Groothuizen die in de jaren negentig met het televisieprogramma De Uitdaging vraag en aanbod aan elkaar koppelde en mooie dingen mogelijk wist te maken. Linda: ,,De essentie van toen en nu is: hoe kun je goed doen op een laagdrempelige manier zodat iedereen kan bijdragen? Elke ondernemer kan iets doen. Elk bedrijf heeft wel iets over of kan met medewerkers iets doen. Ons helpen bij transport – ‘Hoe krijgen we die aangeboden pallets vol chocola uit de stad naar de opslag?’ -, een activiteit sponsoren, kaartjes voor de dierentuin weggeven aan kinderen die niet op vakantie gaan… We hebben in Rotterdam al een mooie kring zien opstaan, van marketingbureau en kinderdagverblijf tot transportbedrijf en bloemenwinkel. Ik zeg altijd: dit is MVO op z’n Rotterdams. Stukslaan en knallen.”

Een vraag van dit moment is bijvoorbeeld hulp bij het schminken tijdens Jeugdvakantieland in Ahoy. Daar gaat het om handjes. ,,Iets wat het hele jaar doorgaat, is de vraag naar laptops. Bedrijven schrijven deze na drie jaar af, stichtingen en verenigingen zijn er nog dolblij mee. Denk voor begeleiding bij huiswerk of het zoeken naar werk. We werken samen met een bedrijf dat alle data netjes verwijdert zodat anderen er nog jaren plezier van hebben. Andere voorbeelden: een clubhuis waar nodig een andere vloer in moet, een nieuwe website, mensen een avond van hun leven bezorgen – ‘We krijgen driehonderd kaartjes voor North Sea Jazz, geweldig! -, impact maken kan op heel veel manieren.”

En zeker in Rotterdam, benadrukt ze. ,,Goed doen is superbelangrijk want we hebben echt een probleem in deze stad. Ik vind dat je als bedrijf de verplichting hebt om deze stad op de rit te houden. Wil je een match maken, dan helpen wij bij het vinden van de geschikte vraag. Dan word ook jij één van onze ‘sociale kanjerts’. Die haven hier, die zit gewoon vol potentie.”

******************************************************************************************************************************

Emiel Gieles MVO

Meten is weten, ook als het om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gaat. Emiel Gieles is Impact Researcher bij Impact Centre Erasmus, verbonden aan de Erasmus Universiteit, en managet het Executive Program CSR dat ondernemers, managers en adviseurs sturing geeft.  ,,Het gaat erom dat duurzaamheid in jouw kernactiviteiten verweven raakt.”

Emiel Gieles studeerde Global Business and Sustainability aan de Rotterdam School of Management. Hij kwam in die periode aanraking met het Impact Centre Erasmus, bleef zoals dat heet hier hangen en kwam ruim drie jaar geleden als vaste medewerker aan boord van het elfkoppige team.

Met zijn collega’s van Impact Centre Erasmus voert hij wetenschappelijk onderzoek uit naar de impact van MVO. Daarnaast buigen ze zich in opdracht over impactvraagstukken. Emiel: ,,Dat doen bedrijven en organisaties – heel breed en gevarieerd – om meer inzicht en grip te krijgen op hun impact op de samenleving. Ze hebben vaak wel een idee van waar ze naartoe willen, maar hoe dit te concretiseren? Vanuit Impact Centre Erasmus zijn we op dit moment bijvoorbeeld betrokken bij een groot onderzoek naar de impact van Maatschappelijke Diensttijd. Je ziet dat de impactvraag overal steeds meer leeft, zowel bij commerciële bedrijven als bij de overheid.”

Een goede ontwikkeling uiteraard, maar MVO is zeker geen hapklare missie. Emiel: ,,In de Nederlandse definitie luidt het: hoe zorg je dat je verantwoord onderneemt met positieve impact? Dus op de juiste manier met de juiste middelen en de juiste effecten. Daar zijn wij de vraagbaak voor. Het meten van impact is een gedeelte, maar sturen op impact is uiteindelijk ook een keuze. Aan de voorkant bedenken: hoe kunnen we de resultaten die we beogen weer verbeteren? Overigens is het belangrijk om te kijken naar negatieve onbedoelde effecten. Daarmee kun je ook weer verbeteringen inbrengen. Kijk, je kunt iets goeds doen in Afrika maar als dat nadelige effecten blijkt te hebben op de lokale economie dan ben je uiteindelijk misschien toch niet zo goed bezig als je dacht.”

Om professionals handvatten en sturing te geven, heeft ICE een Executive Program ontwikkeld over Corporate Social Responsibility (CSR), de Engelse benaming voor MVO. Want er liggen nogal wat uitdagingen tegenwoordig. Denk aan klimaatdoelen, ongelijkheid, diversiteit en inclusiviteit, duurzaam beleggen, ecologische voetafdrukeisen and so on. ,,In veertien collegedagen, verspreid over negen maanden, proberen we de theoretische fundering zo goed mogelijk mee te geven. Dat is de eerste module. Vervolgens wordt er gefocust op strategie en management. Een vraag kan zijn: hoe zorg je nou intern voor draagvlak? Deel drie richt zich op rapporteren. Het hele MVO-proces in één vat gegoten.”

Deelnemers komen uit alle lagen. En wat dat betreft is de vertaling van de kennis een beetje als appels en peren. Hoe de Rotterdamse haven deze implementeert, zal altijd anders zijn dan de impact die een lokale sociale ondernemer neerzet. ,,Rode draad is de vooruitgang die je samen boekt, niet zozeer de perfectie. Maar progressie, die is zeker geboekt. We vieren als Impact Centre Erasmus dit jaar een jubileum van twintig jaar expertise en het 10-jarig bestaan onder aanvoering van academisch directeur prof. dr. Karen Maas. MVO is een bekend begrip geworden, je hoeft het niet meer uit te leggen. Wet- en regelgeving zorgen ook voor een push. Je merkt dat bedrijven in beweging komen. Je kunt het ook niet meer maken om niks te doen op dit gebied.”

Het op de juiste manier uitvoeren, zal altijd een voortdurend proces zijn volgens Emiel. ,,MVO moet idealiter verwerkt worden in jouw kernactiviteiten, niet eraan geschroefd of achteraf in een potje gecompenseerd. Hoe mijn vakgebied over twintig jaar zal zijn? Goede vraag. Ik denk en hoop dat impact denken dan een vast onderdeel is van de business. We moeten vertrouwen hebben.”

Dit is een artikel uit Rotterdam Insight #17. Lees het hele magazine hier.